Wie ben ik om mensen naar hun licht te begeleiden.
Het is soms voor mezelf al zo moeilijk om erbij te blijven. Aan te blijven.
Helemaal in deze tijden van angst en verdeling.
Ik voel me soms meer een spaarlampje. En ik merk dat ik me daar ongemakkelijk bij voel.
Want hoe kan ik anderen dan de weg wijzen? Waar sta ik? Waar gaat het heen?
Zo mijmer ik er wat op los terwijl ik ondertussen de tuin in staar waar alles bloeit alsof het zich nergens druk om maakt.
De natuur…mijn grote voorbeeld. De heldin zonder sokken, met blote voeten in de aarde.
En ook zonder oordeel, angst of twijfel.
Geen mug of bloem of vlinder die zich niet bewust is van haar gave, zijn licht, een levenstaak en vervulling.
Of die zich om wat dan ook maar druk zou maken. Het is slechts druk met het in leven houden van zijn soort.
Maar wij mensen zijn duidelijk van een andere soort.
We maken ons zorgen, piekeren ons suf, ervaren angsten vanuit onderdrukte emoties, we houden zielsveel van mensen maar zijn bang ze te verliezen…dus houden we maar wat minder van ze. Dat is veiliger.
We houden het leven op afstand en houden de dood (of de gedachte eraan) nabij.
Ik mijmer dus en ik vraag mezelf die vragen: wie ben ik om…? En hoe dan als…?
Een mus fluit me wakker uit deze neerwaartse spiraal.
Hij staart me aan vanaf de houten paal waar ik theekopjes met zaadjes aan heb gehangen.
De mus gaat over eerlijkheid. En over gevoelig zijn en over een huismus zijn.
Tja…dat ben ik wel. Ik trek me graag terug in de veiligheid van ons huis.
En tuin uiteraard.
Hoewel ik ook zo kan opleven als ik de wereld in beweeg. Als stewardess vloog ik vele jaren de wereld rond en ik ontmoette overal mooie mensen, ontdekte de wereld en vooral mezelf.
Vrij en onafhankelijk. Zo ben ik.
Of misschien: zo was ik. En ik mis die ik.
Vooral nu het naar buiten toe gaan, de wereld in, reizen, mensen ontmoeten, elkaar in de ogen kijken en liefhebben, zoveel ingewikkelder is geworden. You don’t know what you’ve got till it’s gone…
Ik verstop me zodat anderen mij niet zien. Niet kunnen raken.
Niet kunnen leegzuigen.
En ik verberg mijn angst en verdriet. Die is er namelijk ook soms.
En mijn Licht houd ik vaak zelfs voor mezelf verborgen (zijn we daar allemaal niet goed in?)
De spaarlamp wordt spaarzaam gebruikt.
Niet iedere dag hoor...maar dit is dan zo'n moment.
Waar ben ik dan zo bang voor?
Ik weet best dat het geen zin heeft.
Dat angst zorgt voor stagnatie, stilstand, descreatie, ofwel: destructie.
Toch is het er. Bij tijd en wijle. Zoals deze ochtend.
Het leven liep zo.
Ik trok me steeds meer terug vanaf dat ik stopte met vliegen.
Ik kreeg de burn-out en mijn wereld werd kleiner en kleiner.
Toen werd ik moeder en ik leerde om weer in baby-stapjes de wereld in te gaan.
Maar wel gebonden aan tijd, ruimte en kinderschema’s.
En toen mijn leven weer open kon gaan omdat onze dochter naar school ging, ging de wereld dicht.
Op slot. En we kwamen met ons drietjes thuis te zitten.
Wat heeft dat nou weer te betekenen?
Maar alles in het leven klopt. Altijd. Zo ook deze weg die ik mocht bewandelen.
Leuk? Nee niet echt…maar leerzaam? Jazeker.
Ik ben, zo weet ik van mezelf, het meest op mijn gemak als ik in mijn eigen huis en tuin ben.
Een huismus? Ja.
En eerlijkheid… Als ik heel eerlijk ben heeft het ook te maken met mijn gevoel van kwetsbaarheid.
Ik verschuil me mateloos en heb veel tijd nodig om me telkens weer op te laden.
Om bij te komen van contacten. Van het leven.
Om me weer op te laden om vervolgens de wereld weer in te kunnen.
Maar eigenlijk doe ik dat ook uit zelfliefde.
En omdat ik als ik opgeladen en fris ben veel meer kan genieten van het leven dan wanneer ik al het 'oude' mee blijf zeulen. Want zonder al die ballast is het leven veel lichter.
De mus geeft raad aan deze vrouw die zich klein voelt. Nederig, nietig.
Met haar angst om vertrapt te worden.
En…bang om bétrapt te worden. Op onechtheid. Oei die is niet leuk om te zien.
Bang dat ze gaan zien dat ik niet die vrouw ben die alles goed voor mekaar heeft.
Die weet hoe het leven werkt en zich moeiteloos mee laat nemen in de stroom…en de storm.
Alsof ik alles weet en boven anderen zou staan…pfff ik voel de zwaarte loskomen die me vasthoudt in mijn ‘veilige’ leventje.
Want hiermee hou ik de wereld op een afstand. En dat wil ik allerminst.
Want in mijn hart ben ik een mensenmens. Ik hou van iedereen. Dat is tegelijkertijd mijn makken ook.
Gevoelig, kwetsbaar, erg bang om alleen te zijn.
En toch kan ik zo moeilijk de verbinding aangaan.
Bang om afgewezen te worden. Om mensen kwijt te raken. Om gezien te worden in al mijn facetten.
De mooie en niet zo mooie.
Om alleen te komen staan omdat anderen mij niet accepteren als ik niet zo sterk ben als men dacht.
Of is dat slechts mijn eigen gedachte.
Mijn hart weet beter, maar mijn hoofd speelt dit spelletje goed.
Wat ik verlang is openheid. Echt openstaan voor de lieve en mooie mensen hier in mijn omgeving.
Omdat zij en ik dat verdienen.
Mijn hoofd gooit er een angst doorheen: openheid is kwetsbaarheid en de wereld dendert nu al zo genadeloos door mijn systeem heen! Dat kan ik niet, dat red ik niet! Hoeveel meer kan ik aan? Wat nou als…?
Ik voel een antwoord vanuit het Licht opkomen.
En die geeft me een duidelijke boodschap:
Je kunt je openstellen voor het duistere óf voor het Licht.
Dat is een keus die je hebt. En hoe lichter en echter jij wordt, hoe meer Licht je gaat zien in anderen, hoe meer Licht je kunt dragen en hoe meer je ervan kunt toelaten.
Je hoeft de heftigheid niet binnen te laten komen.
Focus je op het mooie, het goede, het fijne en het lichte. In jezelf en in de wereld.
En laat wat wel binnen komt door je heen stromen.
Houd het niet vast. Het is niet van jou.
Och ja, ik was het vergeten…ik weet het ook wel. En ik doe dat toch ook al wel?
Ja, maar kijk naar je verlangen van diepe verbondenheid die je wilt voelen stromen en stralen.
En je wilt aan-wezig zijn. Je wilt je openen voor die diepere laag in jezelf.
Het deel wat je nu nog verbergt is het deel dat gezien en gehoord wil worden.
Een belangrijke schakel. En die vraagt nu jouw aandacht.
En je noemt het kwetsbaar. Maar dat is het geenszins.
Dat zegt je hoofd, een hersenspinsel of mindfuck (if you like).
Het is allesbehalve kwetsbaar. Het duistere is in die zin veel kwetsbaarder.
Maar het vond een manier om te manipuleren en om tot in de lichamen van mensen door te dringen.
Het kruipt naar binnen en vindt er knoppen om op te drukken en pijn en verdriet om zich aan vast te klampen.
Maar dat zuivere en liefdevolle is duizendmaal krachtiger.
Het vindt zijn weg ook, alleen via de weg van liefde. Het manipuleert en wurgt niet.
Het is ook niet trager, het is subtieler.
Het stroomt nu de harten binnen van alle mensen.
En vanwege de vrije wil van alle mensen op aarde, zal het daar wachten tot het ontvangen wordt.
Door die mensen.
Er is niet veel voor nodig om het licht in alle mensen aan te laten gaan.
Maar ze moeten er wel bewust voor kiezen. En dat is wat zich nu aan het ontvouwen is.
En nu ook aan jou de keus of je het licht in jezelf omarmt.
Of je alle facetten van jezelf en anderen, alle kleuren van het kleurenspectrum wilt omarmen.
En aan jou om er te zijn voor hen die wel willen, maar de weg niet (meer) weten.
Jullie moeten er juist nu voor elkaar zijn.
Want het Licht is er, in iedereen. Maar het duistere probeert terrein te winnen.
Je hoeft slechts je ogen te sluiten (of niet, als dat je voorkeur heeft), bewust contact te maken met je hart, daar een kort moment aanwezig te zijn en “JA” te zeggen. Zodat het Licht in jou weet dat het z’n werk mag gaan doen.
Zodat het mag gaan stromen. Eerst door heel je lichaam, tot in iedere cel.
En dan je energievelden in, zodat je volstroomt met het Licht dat je in wezen bent.
De duisternis kan hierin niet bestaan. En dus zal het je niet meer raken.
Uiteindelijk zal het verdwijnen, volledig opgaan in het Licht.
En hoe meer zielen “JA” durven zeggen vóór het Licht, hoe sneller dit proces zal verlopen.
“Dat klinkt zo simpel, waarom doen we dat dan niet allemaal gewoon?”
Waarom doe jij het niet gewoon. Nu.
(in de buurt gaat op dat moment een trilmachine voor bestrating aan, de grond achter bij ons in de tuin trilt ervan).
“Weerstand. Waarom?”
Het duister geeft niet graag op. Want eenmaal in het Licht heeft het geen bestaansrecht meer, verdwijnt het, verliest het bodem. Vraag het om plaats te maken, het heeft zijn tijd gehad. Het heeft geen heilige basis meer hier op aarde.
Het is niet vruchtbaar. Kies. Want jij beslist.
Ik doe mijn ogen dicht en leg mijn handen op mijn hart om meer focus te hebben.
Ik kijk maar zie niets.
Dan voel ik een zachte tinteling aan de achterkant bij mijn ‘vleugels’.
De machine verderop stopt en het wordt stil.
Ik laat het Licht groter worden. Het is zacht en heel subtiel.
Dan zie ik: het is Gouden Licht! Ik voel verbazing (en ook dat verbaast me weer).
Ik? Gouden Licht? Voor mij? Zo klein kan ik me dus nog voelen, zo nietig.
Ik laat het doorstromen en via mijn hart ook mijn aura vullen. Ik voel me krachtig en beschermd.
Het Licht vult me op en ik voel me …vervult.
Als je je dagelijks met dit Gouden Licht verbindt, voordat je de deur uitgaat, voordat je met de dag begint, voordat je hallo zegt tegen de wereld, dan bewijs je daarmee het hele Universum een grote dienst.
Het is er voor jou én voor de wereld.
Dit Licht ervaar je nu nog subtiel. Maar het zal krachtiger worden. Helderder. Zuiverder.
En van een steeds hogere trilling.
Het leeft in de harten van alle mensen.
Het is het zaadje dat geplant is in ieders hart.
En het is nu aan jou en eenieder om er JA tegen te zeggen.
Dat deed je al voordat je naar de Aarde kwam, maar je vergat het.
Nu word je er weer aan herinnerd.
Verbind je iedere dag met dit Licht in je hart, tot je je er volledig bewust van bent.
Tot je gaat zien dat je dit Licht ook uitstraalt.
En bedank jezelf dat je JA zei.
Wij bedanken je.
💚 Cindy